Verdelen • Verdelen van een Erfenis
Wat wordt bedoeld met de verdeling van de erfenis?
Geschatte leestijd: 17 minuten
Als duidelijk is waar de erfenis uit bestaat en al de schuldeisers van de nalatenschap zijn betaald, is bekend wat er overblijft voor de verdeling. De verdeling gaat over de vraag: “wie krijgt wat”. De verdeling speelt niet bij de zogenoemde “wettelijke verdeling”. Is die niet van toepassing en zijn er meerdere erfgenamen, dan zal de erfenis moeten worden verdeeld. Wie mag de nalatenschap verdelen en wat gebeurt er als de erfgenamen het oneens zijn of zelfs ruzie hebben? Lees…
Bent u als erfgenamen “on speeking terms” en is de nalatenschap overzichtelijk, dan kunt u soms redelijk snel en eenvoudig verdelen. Jammer genoeg kan de verdeling ook erg ingewikkeld zijn, tot conflicten leiden en jarenlang duren. Omdat er vaak onduidelijkheid bestaat én er veel over verdeling wordt geprocedeerd, vindt u hieronder de antwoorden op de meest voorkomende vragen over het verdelen van een erfenis.
“Zeg nooit dat je iemand kent, alvorens je een erfenis met hem hebt gedeeld”
Johann Kaspar Lavater (1741-1801)
Inhoudsopgave
- Hoe groot is mijn aandeel in de nalatenschap?
- Wat gebeurt er met de erfenis voordat er is verdeeld?
- Wanneer hoeft u de nalatenschap niet te verdelen?
- Wanneer is sprake van de wettelijke verdeling?
- Wie mag de nalatenschap verdelen?
- Hoe werkt het vorderen van verdeling bij de rechtbank?
- Praktijkvoorbeelden verdelen
- Het duurt zo lang, kan ik een voorschot uit de erfenis krijgen?
- Andere onderwerpen die bij verdeling kunnen spelen
- Verdeling Erfenis • Gerelateerde onderwerpen
Hoe groot is mijn aandeel in de nalatenschap?
Het testament kan bepalen op welke manier moet worden verdeeld en hoe groot ieders aandeel is. Staat in het testament alleen wie de erfgenamen zijn, dan is elke erfgenaam in beginsel gelijk gerechtigd. Ieder heeft dan recht op een even groot (of klein) deel van de erfenis.
Als er geen testament is, bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Ook dan zijn de aandelen van al de erfgenamen gelijk. De wet kent daarop twee uitzonderingen:
- als een ouder op komt als erfgenaam, dan heeft die ouder recht op ten minste een kwart (1/4) aandeel in de nalatenschap;
- als een halfbroer of halfzus op komt als erfgenaam, dan is het aandeel van die persoon de helft (1/2) van wat een volle broer of zus zou erven.
Wat gebeurt er met de erfenis voordat er is verdeeld?
In juridische zin is een nalatenschap een onverdeelde gemeenschap, waarin al de deelgenoten (erfgenamen) gezamenlijk zijn gerechtigd. Zolang de nalatenschap door de erfgenamen niet is (of nog niet kan) worden verdeeld, moet de nalatenschap worden beheerd. Er moet – met andere woorden – door de erfgenamen goed op de nalatenschap worden gepast.
Tijdens het beheer moeten er praktische zaken worden geregeld, zoals het opzeggen van abonnementen, het betalen van schuldeisers, het zo nodig verkopen van vermogensbestanddelen (zoals een woning) et. cetera.
Als er een executeur is benoemd, dan is het doorgaans de executeur die de nalatenschap beheert. Over het algemeen is de executeur alleen (in plaats van de erfgenamen) bevoegd. Juridisch wordt dat de privatieve bevoegdheid van de executeur genoemd.
Is er geen executeur, dan zijn de erfgenamen gezamenlijk bevoegd om de nalatenschap te beheren. Hebben de erfgenamen de nalatenschap beneficiair aanvaard, dan zal de nalatenschap moeten worden vereffend. De erfgenamen treden gezamenlijk op als vereffenaar. Komen zij er niet uit, dan kan de rechtbank een professionele vereffenaar benoemen, die in plaats van de erfgenamen bevoegd zal zijn.
Wanneer hoeft u de nalatenschap niet te verdelen?
Bent u enige erfgenaam? Dan hoeft u de nalatenschap niet te verdelen. De erfenis komt dan aan u toe.
De erfenis hoeft ook niet te worden verdeeld als sprake is van de zogenoemde “wettelijke verdeling”. Een beetje een verwarrende term, omdat het woord verdeling lijkt te impliceren dat er nog verdeeld moet worden.
Wanneer is sprake van de wettelijke verdeling?
Tenzij bij testament anders is bepaald, treedt de wettelijke verdeling in werking als de overledene een echtgenoot (of geregistreerd partner) achter laat en ten minste één kind.
Is dat het geval, dan bepaalt de wet dat de langstlevende (de echtgenoot) vanzelf alles (alle bezittingen en schulden) erft en de kinderen (slechts) een (niet opeisbare) vordering krijgen ter grootte van hun erfdeel. Die niet opeisbare vordering wordt meestal pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende ouder.
De langstlevende ouder kan de wettelijke verdeling ongedaan maken, of de nalatenschap verwerpen. Gebeurt dat niet, dan krijgt de langstlevende automatisch alles. Er ontstaat dan geen onverdeeldheid en de nalatenschap hoeft dus ook niet te worden verdeeld.
De langstlevende ouder erft dus alle goederen van de nalatenschap. Die ouder mag “in de spullen blijven” met de bedoeling “ongestoord voort te kunnen leven”. De kinderen komen in de “erfrechtelijke wachtkamer” terecht. Zij zijn pas aan de beurt als de langstlevende komt te overlijden.
Voor de meeste kinderen voelt dit goed en logisch. Als een ouder achterblijft is dat al erg genoeg, en het zou vreemd zijn als de kinderen de erfenis direct op kunnen eisen (met als mogelijk gevolg dat die ouder bijvoorbeeld het huis zou moeten verkopen).
Minder goed voelt dit soms als de overleden ouder (na een scheiding of voor overlijden) opnieuw in het huwelijk is getreden. Ook dan treedt namelijk de wettelijke verdeling in werking. De kinderen krijgen dan (dus) een niet opeisbare vordering op hun stiefouder en dat ligt gevoelsmatig vaak iets lastiger. Al helemaal als de stiefouder maar een paar jaar ouder is dan de kinderen.
Let op: ook als er een testament is, is de wettelijke verdeling vaak van toepassing.
TIP: Het is – zowel voor de langstlevende als de kinderen – verstandig om de omvang van de vorderingen van de kinderen vast te stellen. Dat geeft niet alleen rust, maar voorkomt ook discussies (en bewijsproblemen) in de toekomst. Komt u er samen niet uit, dan kan de rechter (op verzoek van de langstlevende of op verzoek van de kinderen) de vordering vast stellen.
Wie mag de nalatenschap verdelen?
Als in het testament een zogenoemde “executeur-afwikkelingsbewindvoerder” is benoemd (ookwel: de drie sterren executeur), dan heeft die persoon de bevoegdheid om de nalatenschap te verdelen. Soms zelfs geheel naar eigen inzicht! Of dat zo is, hangt af van wat in het testament staat.
Als is bepaald dat de afwikkelingsbewindvoerder de verdeling tot stand mag brengen, zonder overleg met de erfgenamen, dan heeft deze persoon een hele grote mate van vrijheid.
Vaak zijn het echter de erfgenamen die zelf met elkaar aan de verdelingstafel zitten. En gelukkig gaat dat geregeld goed. Om tot een verdeling te kunnen komen zullen alle erfgenamen het in beginsel met elkaar eens moeten zijn. Het is meestal dus niet zo dat “de meeste stemmen gelden”.
Veel discussies die wij in de praktijk zien, zijn discussies over de toedeling. Soms willen twee of meer erfgenamen nu eenmaal hetzelfde goed hebben (toegedeeld krijgen). Dat kan bijvoorbeeld gaan om een ring, een antieke kast, een woning of een bedrijf. Er wordt ook veel gediscussieerd over de waarde die aan een bepaald goed moet worden toegekend en over het al dan niet verkopen van bepaalde vermogensbestanddelen.
Komt u er samen niet uit, dan kunt u de rechter vragen om de knoop door te hakken. Een rechter zal de betrokken belangen tegen elkaar afwegen, maar heeft daarbij een grote mate van vrijheid. U dient de verdeling die u wenst dus goed te motiveren!
Als de wijze van verdeling na onderling overleg – of bij vonnis van de rechter – duidelijk is, dan zal de verdeling nog moeten worden gerealiseerd. Dat betekent dat de erfgenamen (nog) uitvoering zullen moeten geven aan de verdeling. Bijvoorbeeld door een woning bij notariële akte te leveren, de overbedelingsvorderingen uit te betalen of een bepaald goed aan een ander te geven.
Hoe werkt het vorderen van verdeling bij de rechtbank?
De wet bepaalt dat niemand kan worden verplicht om in een onverdeeldheid te blijven. Dat betekent dat een verdelingsprocedure altijd tot een bepaalde verdeling leidt (bij uitzondering kan de verdeling op goede gronden worden uitgesteld).
Werkt een erfgenaam niet mee aan de verdeling, of komt u er onderling niet uit, dan kan een advocaat aan de rechter vragen om de nalatenschap te verdelen. Een advocaat zal dan namens één of meerdere erfgenamen een procedure aanhangig maken die begint met een dagvaarding.
Bij zo een procedure moet de advocaat al de erfgenamen namens eiser(s) betrekken. Dus ook de erfgenamen die het met elkaar eens zijn. Het gebeurt vaak dat die erfgenamen samen als partij optreden en een vordering instellen, maar het kan ook voorkomen dat iemand (ookal is die persoon het met u eens) eenvoudigweg niet als eisende partij wil optreden en/of de procedure wil beginnen.
Dat zijn vaak vervelende situaties. In dat geval zal die partij ook als gedaagde partij moeten worden opgenomen. Worden niet alle erfgenamen betrokken, dan loopt u het risico dat u niet-ontvankelijk wordt verklaard (en dus geen uitspraak over de verdeling krijgt).
In de dagvaarding staat de eis (de gewenste verdeling van die partij). Na de dagvaarding krijgt de ander (de gedaagde) de gelegenheid om een conclusie van antwoord in te dienen, waarin kan worden gereageerd op de dagvaarding en kan worden aangegeven op welke wijze die persoon de verdeling wenst. Na deze schriftelijke ronde zal de rechter doorgaans een zitting bepalen (een verschijning van alle partijen, die hun zaak ten overstaande van de rechter mondeling kunnen toelichten). Afhankelijk van de zaak, wordt daarna vonnis gewezen.
Hoe de verdeling voor een rechter uit pakt, valt vooraf niet altijd goed te voorspellen. Zie ook deze opmerkelijke praktijkvoorbeelden.
Praktijkvoorbeelden verdelen
Verdelen • Per ongeluk of expres, kapot is kapot!
Rechters zijn ook mensen en dat zij zich soms laten leiden door gedachten die je…
Verdelen • Paard (dan) in de gang?
Dat een rechter een grote mate van vrijheid bij de verdeling heeft – en daarvan…
Het duurt zo lang, kan ik een voorschot uit de erfenis krijgen?
Het komt voor dat de afwikkeling en verdeling heel lang duurt en u behoefte heeft aan een voorschot uit de erfenis. Als de nalatenschap toereikend is (de schuldeisers kunnen worden – of al zijn – betaald), dan kan in bijzondere gevallen een voorschot worden toegewezen. Duidelijk zal dan wel moeten zijn wat uw aandeel in de nalatenschap. Uiteraard dienen er voldoende liquide middelen te zijn om het voorschot te kunnen betalen.
Heeft u een vraag over (de wijze van) verdeling, of wilt u verdelen maar u komt er onderling niet uit? Maak vrijblijvend telefonisch kennis met een erfrecht specialist.
Andere onderwerpen die bij verdeling kunnen spelen
Schenkingen
Het kan gebeuren dat aan een erfgenaam (meestal een kind) voorafgaand aan het overlijden schenkingen of giften zijn gedaan. Voor de anderen voelt het dan soms niet altijd even eerlijk als die erfgenaam evenveel uit de nalatenschap krijgt als zij. Vraag die vaak op komt is of er met die eerdere schenkingen bij de verdeling rekening moet worden gehouden.
Het antwoord daarop is: nee, tenzij.
De hoofdregel in het nieuwe erfrecht (het recht dat sinds 2003 geldt) is dat schenkingen of giften niet in de nalatenschap hoeven te worden gebracht, tenzij dat ten tijde van de schenking of bij testament is bepaald. Is dat het geval, dan moet wel rekening worden gehouden met die schenking.
Let wel op: onder het oude recht was de hoofdregel precies andersom. Toen moesten schenkingen altijd worden ingebracht, tenzij bij de schenking of bij testament was bepaald dat dit niet zou hoeven gebeuren.
In de wet is ook bepaald dat het nieuwe recht geldt vanaf 2003, maar dat het oude recht nog van toepassing is op situaties van voor 2003.
Dat kan tot vreemde situaties én scheve gezichten leiden. Als aan het ene kind een grote schenking is gedaan voor 2003 en aan een ander kind na 2003, dan zal het ene kind de schenking wel moeten inbrengen en de ander niet. Het kind dat de schenking moet inbrengen, zal dan per saldo dus minder uit de nalatenschap krijgen. Dat is ook het geval als het kind dat na 2003 een schenking heeft gekregen, een veel grotere schenking heeft gehad. Als dan wordt volhardt in het moeten inbrengen van de schenking van voor 2003, dan leidt dat vaak (begrijpelijkerwijs) tot onenigheid.
Toerekening van schulden
Een andere situatie die geregeld speelt is dat één van de erfgenamen een schuld heeft aan de overledene. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is een kind dat van zijn ouder geld heeft geleend.
Er kan voor worden gekozen dat geld bij die persoon op te eisen, maar als die persoon erfgenaam is dan kan ook worden verlangd dat het geleende bedrag op zijn aandeel in de nalatenschap wordt toegerekend. In dat geval strekt het geleende bedrag in mindering op hetgeen die erfgenaam uit de erfenis krijgt.
Verzwegen vermogensbestanddelen
De ene erfgenaam weet soms meer van de overledene dan de ander. Het kan zijn dat niet alle erfgenamen even eerlijk zijn over wat tot de nalatenschap behoort (en verdeeld moet worden).
Zo kan het gebeuren dat een erfgenaam een vermogensbestanddeel verzwijgt en zich zelf toe-eigent, bijvoorbeeld het geld op een (gemeenschappelijke) bankrekening, sieraden of kunst. Het valt niet altijd te bewijzen dat van zo een situatie sprake is, maar lukt dat wel dan kunnen de overige erfgenamen een beroep doen op art. 3: 194, lid 2 BW.
Daarin staat (simpel gezegd) dat als een deelgenoot opzettelijk zwijgt over een goed dat tot de gemeenschap (nalatenschap) behoort, hij zijn aandeel in dat goed verbeurt aan de andere deelgenoten. Met andere woorden: dat goed (of de waarde daarvan) komt dan alleen nog maar aan de andere erfgenamen toe.
Komt een erfgenaam tijdig tot inkeer en vertelt hij alsnog over het in eerste instantie verzwegen goed voordat de verdeling is afgerond, dan bestaat de kans dat hij onder deze “strafbepaling” uit kan komen.
Heeft u vragen over verdeling of hulp nodig? Bent u gedagvaard, of wilt u zelf een procedure beginnen?
Veel gestelde vragen over het verdelen van een erfenis
Als er meer dan één erfgenaam is, zal de erfenis tussen de erfgenamen onderling moeten worden verdeeld. Dat is anders als de wettelijke verdeling van toepassing. In dat geval krijgt de langstlevende ouder alles en krijgen de kinderen (slechts) een niet opeisbare vordering op die langstlevende ouder. Verdeling gaat over de vraag: wie krijgt wat uit de erfenis.
Dat hangt af van de situatie, en dan met name de complexiteit van de nalatenschap en de eventuele geschillen tussen de erfgenamen onderling.
Is een nalatenschap overzichtelijk en zijn de erfgenamen het gauw eens over de manier van verdelen? Dan kan het heel snel gaan. Is er echter één erfgenaam die niet wil meewerken aan de verdeling, of zal eerst een zware vereffeningsprocedure moeten worden gevolgd? Dan kan het soms (heel) lang duren.
Dat zijn de erfgenamen samen, althans als er geen executeur-afwikkelingsbewindvoerder in het zadel zit. Zijn de erfgenamen samen bevoegd, dan zal iedereen het met elkaar eens moet zijn over de manier van verdelen. Het is dus niet zo dat “de meeste stemmen gelden”. Dat kan anders zijn als de testateur over de wijze van verdelen regels heeft opgesteld.
Als in het testament een zogenoemde “executeur-afwikkelingsbewindvoerder” is benoemd (ookwel: de drie sterren executeur), dan heeft die persoon de bevoegdheid om de nalatenschap te verdelen. Soms zelfs geheel naar eigen inzicht! Of dat zo is, hangt af van wat in het testament staat.
Dat hangt ervan af. Verdeling komt aan de orde na het betalen van de schulden van de nalatenschap. Is er dan nog iets over, dan kan dat worden verdeeld. Bent u het met elkaar eens en kunt u gewoon onderling verdelen, dan hoeft verdeling niets te kosten.
Komt u er onderling niet uit en is advies en/of een procedure nodig; dan zult u een advocaat in moeten schakelen. Kunt u de kosten niet afwentelen op een rechtsbijstandsverzekering, dan kunnen de kosten (afhankelijk van de aard van het geschil, het aantal erfgenamen en de duur van de procedure) behoorlijk oplopen.
Ja. De belastingdienst wacht de verdeling niet af. Dat betekent dat u in sommige gevallen al erfbelasting moet betalen, ook al heeft u nog niets uit de erfenis ontvangen. In dat geval wordt de verschuldigde erfbelasting wel vaak uit de nalatenschap betaalt, maar dat hoeft niet.
Is de wettelijke verdeling van toepassing en heeft u als gevolg daarvan een niet opeisbare vordering op uw ouder gekregen? Dan moet uw ouder de erfbelasting voor u betalen/voorschieten. In dat geval betaalt u dus geen erfbelasting.
In juridische zin is een nalatenschap een onverdeelde gemeenschap, waarin al de deelgenoten (erfgenamen) gezamenlijk zijn gerechtigd. Zolang de nalatenschap niet is (of nog niet kan worden) verdeeld, moet de nalatenschap beheerd worden. Er moet – met andere woorden – goed op de nalatenschap worden gepast.
Tijdens het beheer moeten er praktische zaken worden geregeld, zoals het opzeggen van abonnementen, het betalen van schuldeisers, het zo nodig verkopen van vermogensbestanddelen (zoals een woning) et. cetera.
Als er een executeur is benoemd, dan is het doorgaans de executeur die de nalatenschap beheert. Over het algemeen is de executeur alleen (in plaats van de erfgenamen) bevoegd. Juridisch wordt dat de privatieve bevoegdheid van de executeur genoemd.
Is er geen executeur, dan zijn de erfgenamen gezamenlijk bevoegd om de nalatenschap te beheren.
Als er maar één erfgenaam is, hoeft de nalatenschap niet te worden verdeeld. De erfenis komt dan toe aan die erfgenaam.
De erfenis hoeft ook niet te worden verdeeld als sprake is van de zogenoemde “wettelijke verdeling”. Een beetje een verwarrende term, omdat het woord verdeling lijkt te impliceren dat er nog verdeeld moet worden.
Het testament kan bepalen op welke manier moet worden verdeeld en hoe groot ieders aandeel is. Staat in het testament alleen wie de erfgenamen zijn, dan is elke erfgenaam in beginsel gelijk gerechtigd. Ieder heeft dan recht op een even groot (of klein) deel van de erfenis.
Als er geen testament is, bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Ook dan zijn de aandelen van al de erfgenamen gelijk. De wet kent daarop twee uitzonderingen:
-als een ouder op komt als erfgenaam, dan heeft die ouder recht op ten minste een kwart (1/4) aandeel in de nalatenschap;
-als een halfbroer of halfzus op komt als erfgenaam, dan is het aandeel van die persoon de helft (1/2) van wat een volle broer of zus zou erven.
Tenzij bij testament anders is bepaald, treedt de wettelijke verdeling in werking als de overledene een echtgenoot (of geregistreerd partner) achterlaat en ten minste één kind.
In de wet staat dat niemand verplicht kan worden om in een onverdeeldheid te blijven. Dat betekent dat een verdelingsprocedure altijd tot een bepaalde verdeling leidt (bij uitzondering kan de verdeling op goede gronden worden uitgesteld).
Werkt een erfgenaam niet mee aan de verdeling, of komt u er onderling niet uit, dan kan een advocaat aan de rechter vragen om de nalatenschap te verdelen. Daarvoor zal een procedure aanhangig moeten worden gemaakt die begint met een dagvaarding.
Het komt voor dat de afwikkeling en verdeling heel lang duurt en u behoefte heeft aan een voorschot uit de erfenis. Als de nalatenschap toereikend is (de schuldeisers kunnen worden – of al zijn – betaald), dan kan in bijzondere gevallen een voorschot worden toegewezen. Duidelijk zal dan wel moeten zijn wat uw aandeel in de nalatenschap is en dienen er voldoende liquide middelen te zijn om het voorschot te kunnen betalen.